today's wisdom

"we are being fooled all the time, by people who have an interest in fooling us and the means and resources to do so"

maandag 15 juni 2009

Primaire bronnen #2

Op het weblog van de Amerikaanse historicus David Kaiser komt een aanvulling op zijn eerdere stuk, waarin hij de memoranda bespreekt die de onderbouwing vormden voor het martelbeleid van de regering Bush.



Die onderbouwing bestond uit verschillende onderdelen: ontkrachting van de geldigheid van de verdragen waar de VS aan gebonden was, inperking van de begrippen in de verdragen waardoor strafbaarheid ontbreekt en verwijzing naar juridische bronnen die de ontkrachting en het ontbreken van strafbaarheid ondersteunen.

De Vs hebben verdragen aangaande marteling onderschreven en in hun nationale wetgeving geïmplementeerd. John Yoo redeneert echter in zijn memo dat een deelnemende staat best een reservering op zo'n verdrag mag maken. Dat kan inderdaad, het feit is echter dat dat bij de ratificatie niet gebeurd is. Dat hindert niks volgens Yoo, omdat het verdrag bij ratificatie is omschreven als een 'overeenkomst' ('understanding') en dat kun je interpreteren als een reservering.

Deze redenering komt neer op: 'wit is een kleur, zwart is ook een kleur, dus als iemand wit zegt, kan hij ook zwart bedoelen'.



Maar ja, met die reservering ben je er niet, want je mag nog steeds niet martelen volgens de verdragen. Dus is het dan van belang om te stellen dat in sommige omstandigheden de verdragen niet gelden. De omstandigheid wordt door Yoo gevonden in 'the right of national self-defense'. Het belang van de nationale veiligheid is groter dan dat van internationale verdragen. En wat de nationale veiligheid aangaat, de president maakt uit wat dat is.
Het eerste probleem met deze redenering is dat het de president tot absolute vorst verheft. Het tweede probleem is dat het Supreme Court van de VS zich heeft uitgesproken tegen deze redenering.

Omdat het falen van de redenering van Yoo eventuele uitvoerenden van het beleid (degenen die de martelingen uitvoeren) in de beklaagdenbank zou kunnen brengen, is verdere argumentatie vereist. Die moet de beklaagden ontlasten van schuld. Yoo doet dat door het begrip 'martelen' te onderwerpen aan een restrictieve uitleg, die er uiteindelijk op neerkomt dat martelen alleen martelen is als het leidt tot 'pijn die blijvende schade toebrengt'.
Met andere woorden: als je het overleeft, ben je niet gemarteld. Met deze stelling wordt ook meteen de bewijslast omgedraaid: het slachtoffer moet natuurlijk eerst bewijzen dat de hem toegebrachte schade permanent is. Iedereen die bekend is met het begrip 'causaliteit' weet hoe moeilijk dat voor een slachtoffer gemaakt kan worden. Ik bedoel: ten eerste kun je zeggen dat het niet klopt wat het slachtoffer zegt. Dan kun je nog zeggen dat de gedraging niet tot de schade geleid heeft. En dan is er nog eigen schuld. Enzovoort.

Tenslotte een opmerking over de juridische onderbouwing van het door Yoo gestelde. Je zou verwachten dat hij in zijn bronnen verwijst naar uitspraken van het Supreme Court om de door hem aangevoerde stellingen te onderbouwen. Dat gebeurt stelselmatig niet. In plaats daarvan verwijst Yoo naar interne memo's en brieven, waarin reeds vooruit gelopen wordt op zijn stellingen. Ik vind dat niet sterk. In laatste instantie is het zelfs bedrog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten