today's wisdom

"we are being fooled all the time, by people who have an interest in fooling us and the means and resources to do so"

zaterdag 11 december 2010

PJ Cats gaat trendwatchen - een onjuiste voorspelling voor de lange termijn



In mijn artikel over Wikileaks schreef ik hoe er algemene maatschappelijke ontwikkelingen zijn, die sneller gaan dan politieke, wetgevende en ideologische stromingen kunnen voorzien en die voorop lopen op de regels.
De regels, zo leert ook de rechtsfilosofie, lopen altijd achterop op de maatschappij.

Strategisch vooruitzien loopt altijd op een mislukking uit. Het blijkt dat grote omwentelingen helemaal niet te voorspellen zijn. Halverwege de jaren tachtig heb ik nooit, maar dan ook nooit iemand gehoord over de komende informatierevolutie. Tien jaar later liep iedereen met een mobiele telefoon aan zijn oor en nog eens vijf jaar later kocht ook ik mijn eerste computer met internet. Nu zit ik iedere dag uren achter de computer en vraag me af hoe ik vroeger de dag doorkwam. Ik zou het werkelijk niet meer weten, ik kan ook niet anders meer.

De maatschappij is nog wel wat ingewikkelder dan het klimaatstelsel op onze planeet en daar komen we ook niet bepaald glansrijk uit de intelligentietesten. Het is echter een onbedwingbaar plezier om je over te geven aan voorspellingen, als je eenmaal denkt dat je er een goed systeem voor hebt gevonden. Mijn systeem bestaat er uit om de grote thema's te benoemen. Als je de benoeming goed doet, rolt het inzicht er vanzelf uit. Laten we eens kijken wat we hebben aan grote thema's voor de komende tijd.



De economie:

Globale herverdeling van macht. Verschuiving van west naar oost. Maar wat gebeurt er ondertussen met het heersende kapitalistische model? De financiële sector gaat het niet redden als er vastgehouden wordt aan het, in feite volledig failliete, neoliberale stelsel dat we nu hanteren. Wat zijn de keuzes? Geleide economie zoals in China, die echter botst met elementaire humanitaire beginselen die door een groeiende welvaart vanzelf opbloeien? Of een keuze voor nog meer marktwerking, om de banken maar overeind te houden met geld van de burgers, waardoor die risicodragend worden en uiteindelijk de rekening moeten betalen. Dat kunnen ze niet en daardoor dondert alles in elkaar, met fatale gevolgen voor de bestedingen, de overheidsfinanciën en uiteindelijk de sociale cohesie. Massale werkloosheid, honger, voedseltekorten, gierende inflatie, het wordt allemaal al voorspeld door mensen die ervoor geleerd hebben. Dit soort economische omstandigheden leidt historisch altijd weer tot autoritair bestuur, maar dat kan eigenlijk niet meer in een wereld met grote informatiedichtheid.
De oplossing ligt in kleinschaligheid en een ander economisch model, dat minder op winst en individuele rijkdom is gericht en meer op het delen van produktiemiddelen (sorry voor de marxistische term, ik bedoel er gewoon middelen van bestaan mee, dingen waar je je geld mee verdient), energie en grondstoffen is gericht. De ontwikkelingen in deze richting zijn in feite al vrij ver gevorderd. Aan de basis van de markt ontspringen tal van kleine bedrijfjes, opgericht door zelfstandige, goed opgeleide nieuwe ondernemers die vaak korte lijnen met elkaar hebben en gewend zijn te werken in een netwerkomgeving. De verdienmodellen zijn meestal vrij bescheiden en meer gericht op het zelfstandige, onafhankelijke bestaan in een gezonde en vriendelijke omgeving dan op winstmaximalisatie, uitbreiding en overname.
Belangrijk hierbij is het besef dat de wereld in economisch opzicht nagenoeg is uitgegroeid. Economische groei in de zin van stijgende bruto binnenlandse produkten kon wel eens tegen zijn maximum zijn aangelopen. Anderzijds leven we ook niet bepaald meer in een tijd waarin je nog kunt zeggen dat de economie de leer van de schaarste is, zoals het mij vroeger nog is bijgebracht. Het zou goed zijn als de economie als leer zich herdefinieerde als de leer van de verdeling van middelen. Maar misschien klinkt dat ook weer teveel naar Marx.


Er waren al vrij vlot elektrische autootjes. Deze is van 1893.

Klimaat en duurzaamheid:

Ondanks de klimaatontkenners die misschien wel of niet gelijk hebben in het afwijzen van modellen van opwarming en menselijke invloed op het klimaat, het is verstandig om keuzes te maken voor minder vervuiling en meer duurzaamheid. Zelfs de grootste klimaatontkenner zal zijn kamer wel eens stofzuigen, waarschijnlijk zelfs vaker dan ik, om de eenvoudige reden dat hij het niet prettig vindt in een vuile omgeving te wonen. Het is veel prettiger in een schoon electrisch autootje te rijden waar je van weet dat de stroom op een duurzame manier is opgewekt dan in een benzinestokend, rokend negentiende eeuws ontwerp te zitten, met een motor waarvan het principe voor het laatst in 1932 is herzien. Auto's zijn prachtige dingen, kracht, vrijheid en techniek in een elegant omhulsel gebundeld, maar je staat er toch maar mee stil in de file. Ik ook hoor.
We hebben ook nog eens te maken met de voedselvoorziening voor de hele planeet. Dat gaat niet lukken als we het niet een beetje verstandig beheren. De discussie moet niet zozeer gaan over het al of niet bestaan van de opwarming van de aarde, maar over de talloze positieve keuzes die we kunnen maken. En wat de overheid kan doen.
De vaak gehoorde argumenten dat de overheid dat niet moet doen, omdat het de markt verstoort en enorm veel geld kost, zijn flauwekul. De overheid grijpt altijd in in de markt, linksom of rechtsom, er worden altijd keuzes gemaakt, je moet daar gewoon eerlijk over praten. En niet stiekem heel veel geld uitgeven aan militaire operaties en anti-terrorisme en tegelijkertijd je sociale stelsel slopen om daar het geld vandaan te halen. Ik noem maar een voorbeeld. Het zijn keuzes, je kunt ook anders kiezen. En als het stimuleren van duurzaamheid en verantwoord ondernemen dan veel geld kost, dat is toch alleen maar mooi? Als iets aan de ene kant veel geld kost, dan wordt er aan de andere kant veel geld verdiend. Geld is net water, het verdwijnt niet of zo, het gaat enkel heen en weer. Ja, bij hele rijke mensen, daar verdwijnt het, die houden het gewoon vast in een pakhuis en gaan er in zwemmen. Zo is geld nutteloos. Geld is alleen wat waard als je het uitgeeft.


De Enola Gay keert terug op het eilandje Tinian in de Stille Zuidzee. Ze hebben zojuist Hiroshima vernietigd met de eerste atoombom.

Militaire geschiedenis:

Als je wat research doet op het internet en in bibliotheken en daarbij de vraag stelt wat het leger nog voor nut heeft in de moderne maatschappij, dan kom je met een bedroevend korte lijst aan antwoorden terug. De Amerikanen, die ook het meeste geld uitgeven aan het leger, hebben nog het meest iets dat lijkt op een antwoord. Ze willen op elke plek ter wereld dominant kunnen zijn, op elk moment en in elke hoedanigheid. Waarom ze dat willen, dat staat er dan weer niet bij. Nou ja, het is een reden, voor wat het waard is.
Wat zijn militaire dreigingen in de 21e eeuw? Gaat Nederland binnengevallen worden door een staat die uit is op Europese hegemonie, zoals Adolf Hitler's Duitsland of Napoleon's Frankrijk? Nou, het lijkt me niet. Komen de Sovjets dan misschien? Eh, wie? Lukt het om uitbarstingen van genocide, zoals in Rusland onder Stalin, China onder Mao, Cambodja, Rwanda, de Balkan te voorkomen door militairen in te zetten? Srebrenica, iemand?
Moeten we een leger naar Afghanistan sturen omdat daar mogelijk de ongeveer vijfhonderd fundamentalistische moslims die hier misschien ooit in staat zouden kunnen zijn op beperkte schaal schade aan te richten, worden getraind en opgeleid?
Het enige waar het leger in Nederland nog voor dient is om jonge mannen en vrouwen die nergens voor deugen de kans te geven hun hormoonspiegel in evenwicht te brengen en misschien nog topsporter met een cocaïneprobleem te worden. Wie wel eens een kazerne bezoekt weet van de testosteronsfeer die daar hangt.
Op een wat serieuzer niveau zijn er wel degelijk problemen met kernwapenproliferatie. Het is een schrikwekkend beeld, als je denkt aan Iraanse ayatollahs met atoombommen, of een gestoorde Noord-Koreaan die bovendien zijn legertop niet in bedwang heeft. En dan is er Pakistan. Oei, we benoemen een probleem. Maar kun je dat militair oplossen? Bij kernwapens werkt enkel MAD, Mutually Assured Destruction, dat is de les van de Koude Oorlog. Een land begint niet met een kernoorlog als het weet dat het als vergelding van de kaart wordt geveegd. Dat is een pleidooi voor een sterke kernmacht. Die zijn er. Amerika, Rusland, Groot-Brittanië, Frankrijk, Israël, China, Pakistan, India hebben grote aantallen kernwapens. Noord-Korea heeft een klein bommetje afgestoken dat het niet helemaal goed deed en Iran heeft meer centrifuges dan we leuk vinden, maar houdt zich overigens netjes aan de verdragen, wat de media ook voor onzin over het land mogen schrijven.

Godsdienst en levensovertuiging:

In een wetenschappelijk paradigma is het bestaan van een antropomorfe god niet te handhaven. Er is geen plek voor een man met een witte baard die de wereld bij elkaar gekleid heeft en al onze gangen nagaat, daarbij de wereld voorziend van een hoger doel en een hiernamaals waar wij onze geliefden weer ontmoeten. Hoe graag we het ook willen, deze god bestaat niet. De wereld om ons heen biedt ook geen enkel aanknopingspunt voor zo'n veronderstelling. Wie kijkt naar de natuur, ziet slechts evolutie. Wie kijkt naar het universum, ziet de big bang en het ontstaan van sterrenstelsels, kometen, nevels en planeten over miljarden jaren. Wie kijkt naar de aarde, ziet zijn plek in het universum, met een maan en een baan om de zon. Hij ziet een afkoelende gaswolk, de vorming van de planeet, schuivende continenten, de samenstelling van de atmosfeer en de elementen die aanwezig zijn om het leven te vormen. Wie naar het leven kijkt, ziet voornamelijk dat, als het maar de kans krijgt, het er eerst en vooral gewoon IS. Hoe dan ook. Leven wil ZIJN. En zal er zijn. Als de marges juist liggen, is daarbinnen leven aanwezig.
God hebben we daar niet bij nodig. En het bewustzijn, wat is dat? Stephen Hawking had waarschijnlijk gelijk, toen hij zei dat het gewoon een stukje software is. Als de hardware wordt uitgeschakeld, loopt de software niet. Fijn is het niet, pijn doet het ook niet. Voordat je geboren was, was je ook gewoon nergens. Net zoals het heelal vóór de big bang.
Alle mensen hebben een religieuze aanleg. Niemand gaat graag dood. Mensen die zich verzameld hebben in een groep om een bepaalde vorm van antropomorfe godheid te dienen, vinden natuurlijk dat die god bestaat. Het zou wat moois wezen als je een niet bestaande god zou dienen. Er komen dan ook leefregels bij, een heilig boek en een groep geleerden om het boek te interpreteren en daar weer nieuwe leefregels uit af te leiden voor de veranderende maatschappij. Het zijn sluitende, hermetische systemen die gebaseerd zijn op tautologische cirkelredeneringen die iedere vorm van tegenspraak uitsluiten. Er is maar één voorwaarde: geloof!


Hier Freudiaanse grap plaatsen over die vingers die elkaar raken. En Michelangelo's sexuele voorkeur.

De huidige 'clash of civilizations' die verondersteld wordt zich af te spelen tussen de islam en het westen, heeft in feite zwaar te lijden onder dit veranderende paradigma. Het heeft weinig zin om voor een niet bestaande god te sterven. Al roept de wetenschap maar twijfel op in de harten van de gelovigen, dat is genoeg. Twijfelaars blazen zich niet op met een bomgordel. De 'clash of civilizations' is een concept dat nog wel meer makkes vertoont, zoals dat het iedere vorm van empirische ondersteuning ontbeert. Er is geen spoor van een aanwijzing dat moslims enkel door het feit van hun moslim-zijn een automatisch lidmaatschap hebben van een ideologische organisatie die er op uit is onze westerse cultuur te ondermijnen. Er zijn 800.000 tot een miljoen moslims in Nederland, er is niet één politieke moslimpartij. Was die er maar, dan hadden rabiate anti-islamisten geen grond meer om ons spoken voor te spiegelen.
Het is voor iedereen moeilijk om toe te geven dat god niet bestaat. Het is veel makkelijker om te leven met god dan zonder. Zonder god is er eigen verantwoordelijkheid. Je hebt in feite de verplichting om je leefregels zelf te formuleren, met inachtneming van de rechten van anderen. Als je zelf iets wilt houden, mag een ander dat ook. Enzovoort. Een mens is, aan het eind van de dag, ook nog eens geen autarkisch instituut. Hij leeft in een omgeving, met andere mensen, met voorzieningen, apparaten, tegenwoordig gewoon in een tamelijk complexe samenleving die op meer manieren op hem inwerkt dan hij zich bewust is en waarin het aantal interacties groter is dan het aantal ademhalingen per dag.
Dat betekent ook dat de voorwaarden voor het leven gunstiger zijn. Dat wordt bevestigd in de leeftijd die de mensen bereiken, het welvaartspeil en de gemiddelde lengte van de inwoner van een land. Onder zulke omstandigheden is het tenminste weinig waarschijnlijk dat ons land verandert in een of andere theocratie, een autoritair godsdienstig bestuur. Of het nu christelijk, islamitisch of misschien een interessante vorm van pantheïsme zou zijn, de kans op shariah-rechtbanken, oud-testamentische steniging of offeren aan de lentegod is hier minimaal.


De jonge Kirk kijkt op zijn brommer naar de Enterprise in aanbouw.

Technologische ontwikkelingen:

Het ruimtevaartprogramma is op een laag pitje gezet. De ontwikkelingskosten voor iets dat op Starship Enterprise lijkt, zijn voorlopig nog te hoog. Ook de warpdrive en wormgataandrijving willen niet echt opschieten. De verovering van de ruimte zit er voorlopig nog niet aan te komen. Het is ook maar de vraag wat we er mee op zouden schieten. De dichtstbijzijnde bewoonbare planeten zijn wel gewoon heel ver weg, hoewel het op astronomische schaal nog reuze mee schijnt te vallen. Maar de term 'praktisch onbereikbaar' lijkt wel zo ongeveer van toepassing. Mocht het nodig zijn, dan zijn we misschien wel in staat een deel van het zonnestelsel te doorkruisen, op zoek naar grondstoffen en plaats voor mensen.
Op onze eigen planeet heeft zich, door de informatierevolutie, een ontwikkeling voorgedaan die een beetje lijkt op het 'jaunten' in de roman 'Tiger! Tiger!' van Alfred Bester. In dat boek komt de revolutie door de ontdekking van teleportatie. Mensen kunnen zich door gedachtekracht naar iedere gewenste locatie verplaatsen (hetzelfde principe vind je terug in de intrigerende film 'Jumper', waar volgend jaar een vervolg op komt). Het gevolg van deze omwenteling is in feite hetzelfde als die we nu meemaken in de eerste jaren van het informatietijdperk: er komen allerlei acties en reacties op gang om het proces te beheersen. In het boek leidt dat tot repressie. Op een iets andere schaal vind je dit idee van repressie weer terug in Paul Verhoeven's bewerking van Robert Heinlein's boek 'Starship Troopers'. Ook daar is op de maatschappelijke ontwikkelingen van informatiedichtheid gereageerd met repressie en militarisering. Als maatschappelijk commentaar is het een briljante film, het bezwaar is dat de vermomming wel heel erg goed is. Het opvallende bij beide verhaallijnen, zowel in 'Tiger! Tiger!'als in 'Starship Troopers', is dat er bij allebei sprake is van een oorlog tussen de aarde en een andere partij. In 'Tiger! Tiger!' zijn het de buitenplaneten, die de aarde van grondstoffen voorzien, in 'Starship Troopers' zijn het akelige insectoïde space aliens die bij bosjes afgeknald mogen worden ter meerdere eer en glorie van het vaderland. Blijkbaar is oorlog voor de plot onontbeerlijk. De oplossing is heel verschillend: in 'Starship Troopers' winnen we de oorlog, of tenminste een belangrijke veldslag. In 'Tiger! Tiger!' wordt het beslissende wapen, een ongekend krachtig explosief dat door gedachtenkracht tot ontploffing wordt gebracht, door de hoofdpersoon onder de mensheid verspreid, met de boodschap: hier is het, het is jullie verantwoordelijkheid. Gebruik het, of beheers het. Sterf, of leef.


Een briljant boek, verschenen in 1955. Filmrechten verkocht in 2006, volgens IMDB in 2012 te verschijnen.

Afgezien van de ontwikkeling van dergelijke explosieven, die wel of niet zullen verschijnen, kunnen zich altijd technologische ontwikkelingen voordoen. Er kan kernfusie komen bijvoorbeeld, dat betekent vrijwel gratis energie voor iedereen. Binnen de mogelijkheden die we hebben zijn nog enorme slagen te maken richting duurzaamheid en innovatie. Elektrische auto's, algenkwekerijen, zonnecentrales in de Sahara, nieuwe vormen van bouwen en wonen, landbouwtechnieken, waterwinning en management en wie weet waar google nog mee komt op onze computers, als Steve Jobs het niet doet.

Kan ik iets concluderen?

Er zijn, het lijkt een beetje op natuurkunde, centrifugale en centripetale krachten. Krachten die bundelen en krachten die uiteen drijven. Economische en politieke krachten en krachten van levensovertuiging hebben de neiging om mensen uit elkaar te drijven. Niet de mensen binnen de groep, maar wel de groepen ten opzichte van elkaar. De geschiedenis leert dat deze centrifugale krachten leiden tot economische ellende, nationalistische wedijver, religieuze superioriteitsgevoelens en uiteindelijk tot oorlog en genocide, in willekeurige verhouding. Technologie wordt meestal ingezet om de krachtmeting mee te voeren. Wie heeft het grootste slagschip, meeste raketten enzovoort. Die tijd lijkt toch een beetje voorbij.


Dit krijg je als je googelt op 'centripetal powers'. Eerste hit, echt waar.

De centripetale oftewel middelpuntzoekende, zeg maar bindende krachten zijn overal om ons heen en enorm sterk in beweging. De informatietechnologie zet de mensen steeds dichter op elkaar, of ze dat leuk vinden of niet. Er zijn netwerken waar we bewust of onbewust deel van uitmaken. Informatie van ons en over ons is beschikbaar op websites die we zelf maken, sociale media die we gebruiken, in gemeentelijke administratiebanken en databanken van iedere organisatie waar we op enige manier deel van uitmaken. Ik geloof dat een gemiddelde mens in zevenhonderd databanken vertegenwoordigd is. Deze tegenwoordigheid die we allemaal bedoeld of onbedoeld hebben heeft een nog onbekende weerslag op onze gemoedstoestand. Ik voorspel in dit verband een opkomst van slaapstoornissen en stressverschijnselen. De cijfers van het gebruik van antidepressiva lijken me al een beetje gelijk te geven, dit gebruik is nog altijd stijgende. Slaapapneu komt steeds vaker voor.
Het overheersende gevoel van connected zijn, van altijd bekeken worden en altijd moeten weten wat er nu in de wereld gebeurt, zal steeds meer mensen in zijn greep krijgen. Het is moeilijk om te leven als je het gevoel hebt dat er altijd een camera op je gericht is en dat er iemand over je schouder meekijkt.
Misschien is dat ook een generatieprobleem. Ik ben opgegroeid in relatieve vrijheid en vind het daarom een probleem als ik geen klein hoekje heb om mezelf in terug te trekken. In jongeren zie ik, dat die dat helemaal niet bezwaarlijk vinden. Zij profiteren juist grootschalig van de voordelen van diezelfde connectedness: altijd iemand om mee te praten, altijd bevestiging, altijd actie, altijd is alles leuk. Er is altijd een plek voor je, als je maar bereid bent je precies te conformeren aan de groep. Marcuse zou zich thuis voelen in deze tijd; je kunt alle vrijheid hebben, mits... repressieve tolerantie in optima firma. De jonge mensen zijn gezonder, langer en vitaler dan ooit, het lijkt erop dat mijn bezwaren gestoeld zijn op paranoia en angst voor het onbekende.
Voor overheden en grote organisaties betekent de informatiedichtheid dat het problematisch wordt om overleg achter gesloten deuren te hebben. De grens tussen wat openbaar is en wat binnenskamers blijft is dramatisch verschoven. Als er jongere mensen, die gewend zijn in een netwerkomgeving te werken, in zo'n organisatie gaan werken, nemen ze hun mentaliteit natuurlijk mee. Dat vormt de organisatie dan weer. De connectedness van de wereld, die trouwens ook noodzakelijk is in het economische verkeer, is niet terug te draaien. Er zal een zekere strijd over gevoerd worden, op de lange duur is connectedness net zo min tegen te houden als de democratie het in de twintigste eeuw was. Het is te hopen en eigenlijk te verwachten dat deze strijd minder slachtoffers gaat kosten.

Het zijn wel, helaas, interessante tijden. Er is volop strijd, alleen niet helemaal zoals we het vroeger gewend waren. Mijn exemplaartje van Hemingway's 'Men at War', met al die prachtige, romantische oorlogsverhalen van mannen die pas echt leefden in acuut gevaar, kan de kast in en hoeft er niet meer uit. Dat gemep met zwaarden, schuilen in loopgraven en achter een tank aanrennen naar de volgende struik in een drassige taiga, het is afgelopen. Hoe moet ik nu heldhaftig zijn? Er zijn mogelijkheden genoeg. Juist in een dichter verbonden wereld is het een grote uitdaging je eigen wereld te scheppen. In een steeds verder uniformerende omgeving is het een steeds grotere opgave om een individu te zijn. Waar je omringd bent door informatie, die in de vorm van een bevooroordeelde mening op je afkomt, is het een enorme klus om je eigen mening te formuleren, uit te dragen en te verdedigen.
Echt, er is strijd genoeg, en het is nog verdomde de moeite waard ook.

woensdag 8 december 2010

Wikileaks in historisch perspectief - een strijd om de moderniteit



De maatschappij verandert. Op grote schaal en op kleine schaal. Sommige veranderingen leiden tot strijd. Die strijd speelt zich vaak af tussen wat je kunt noemen conservatieve krachten en progressieve krachten. In dit verband zijn de conservatieve krachten diegenen die de veranderingen willen tegengaan en de progressieven diegenen die de veranderingen toejuichen of minstens pragmatisch benaderen.
In het verleden zijn diverse keren grote uitbarstingen geweest van zo'n strijd om de moderniteit. Je kunt het complex van Eerste en Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld zien als een strijd tussen de laatste restanten van het absolutisme (conservatief) tegen de moderne democratische regeringsvorm (progressief). Het is heel aardig om de geschiedenis op deze manier te bekijken, het geeft verhelderende inzichten.

Bij Wikileaks gaat het om een verandering in de moderne wereld die blijkbaar heel ingrijpend is. Het gaat hierbij om informatie en transparantie. In een wereld waar de informatiedichtheid groot is, ligt volkomen transparantie voor de hand, is eigenlijk onvermijdelijk. Je kunt in de moderne, door internet verbonden wereld, in feite niet goed meer informatie achterhouden. Dat dit een heel wezenlijke, paradigmatische verandering is, blijkt uit de zaak van Wikileaks. De organisatie deed en doet niets anders dan documenten vrijgeven voor een groot publiek dat die documenten normaal gesproken niet ziet. Zelfs historici zagen die documenten altijd pas als het al veel te laat was. Timothy Garton Ash, de veelschrijvende historicus, noemde Wikileaks daarom ook in The Guardian 'a historian's dream'. Dat klopt. We kunnen nu construeren (tegenover RE-construeren) hoe de machinerie draait, bijna op het moment dat ze draait.


Timothy Garton Ash. Artikel hier.

Op dit moment zie je de conservatieve krachten op volle toeren draaien om de verandering tegen te gaan. Julian Assange is opgepakt en hoe dan ook waarschijnlijk ten dode opgeschreven. De argumenten die hierbij worden gehanteerd zijn doorzichtig en vals. Een regering kan niet tegelijkertijd aan de ene kant volledige transparantie van haar burgers eisen door middel van observatie, afluisteren en informatie-inwinning en aan de andere kant van diezelfde burgers eisen dat die toestaan dat de door hen gekozen regering in duistere geheimzinnigheid opereert.

In deze tijd van informatiedichtheid zal het gebeuren dat documenten die niet voor de openbaarheid bestemd zijn, toch in de openbaarheid terecht komen. De enige manier om dat tegen te houden is door repressie (in casu wat er met Assange gebeurt). Maar deze repressie zal op termijn juist weer transparantie in de hand werken. Heel eenvoudig omdat mensen het er niet mee eens zijn en omdat het tegen de geest en gewoonten van de tijd ingaat. Er is transparantie omdat het kan, om het modern te zeggen.

\
Gegoogled op 'omdat het kan'. Krijg je dit...

Hoe de strijd de komende tijd gaat verlopen en wat de uitkomst zal zijn is koffiedik kijken. Is transparantie tegen te houden? Willen we dat? Hoe ziet een wereld zonder geheimen er uit? Het lijkt mij niet zo gek, maar ik vermoed dat veel mensen, en vooral veel overheden, er heel anders over denken.

Als laatste noot geeft het mij toch wel te denken dat het vandaag precies dertig jaar geleden is dat John Lennon werd doodgeschoten (verdorie, die Assange heet ook nog eens Julian van zijn voornaam). John's weduwe Yoko Ono schrijft in de New York Times: "If he were here now, I think he would still be shouting the truth. Without the truth, there would be no way to achieve world peace. "

Allright. We kunnen er altijd nog naar luisteren, deze burning take van 'I'm losing you' die Lennon opnam met Cheap Trick, maar die van Yoko Ono niet op Double Fantasy mocht:

vrijdag 26 november 2010

Nog meer economie - goeie uitleg over hoe we belazerd worden

Ik hou er binnenkort mee op, met die economische flauwekul. Maar dit is te hilarisch om voorbij te laten gaan. Russia Today presenteert overzichtelijk hoe we naar de kloten gaan. Don't miss it, folks.

21e Eeuwse Economie 101: Ierland, staatsschuld en de conservatieve non-oplossingen

Even opletten mensen, aan de hand van Ierland is mooi uit te leggen welke economische catastrofes er recent gebeurd zijn en welke ons nog te wachten staan. Er zijn schuldigen en slachtoffers. De schuldigen maken het beleid, de slachtoffers betalen de rekening. En de schade. En de herstelbetalingen, de leningen die noodzakelijk zijn om er weer bovenop te komen (quod non, niet dus), de rente van die leningen voor de komende tig jaar en daarbij hebben die zelfde slachtoffers dan ook nog geen werk, want dat is er niet meer. De schuldigen, intussen, strijken alweer winst op en toeteren vanaf de hoogste plaats dat werklozen altijd zelf schuld zijn aan hun toestand en dat iedereen zichzelf maar moet redden. Behalve zij natuurlijk, want als zij omvallen, dan stort alles in. Yeah right.

Vandaag, vrijdag 26 november 2010, schrijft Paul Krugman, Nobelprijswinnaar Economie (ook ik kan het argumentem ad verecundum hanteren), in de New York Times:

"The Irish story began with a genuine economic miracle. But eventually this gave way to a speculative frenzy driven by runaway banks and real estate developers, all in a cozy relationship with leading politicians. The frenzy was financed with huge borrowing on the part of Irish banks, largely from banks in other European nations.

Then the bubble burst, and those banks faced huge losses. You might have expected those who lent money to the banks to share in the losses. After all, they were consenting adults, and if they failed to understand the risks they were taking that was nobody’s fault but their own. But, no, the Irish government stepped in to guarantee the banks’ debt, turning private losses into public obligations.

Before the bank bust, Ireland had little public debt. But with taxpayers suddenly on the hook for gigantic bank losses, even as revenues plunged, the nation’s creditworthiness was put in doubt. So Ireland tried to reassure the markets with a harsh program of spending cuts.

Step back for a minute and think about that. These debts were incurred, not to pay for public programs, but by private wheeler-dealers seeking nothing but their own profit. Yet ordinary Irish citizens are now bearing the burden of those debts.

Or to be more accurate, they’re bearing a burden much larger than the debt — because those spending cuts have caused a severe recession so that in addition to taking on the banks’ debts, the Irish are suffering from plunging incomes and high unemployment."

Het is eigenlijk een hilarische giller, ik kan me ook goed voorstellen dat er mensen op de wereld bestaan die iedere morgen fluitend naar hun werk rijden in de Jaguar/Bentley/Cadillac, onder het mompelen van 'I can't believe they were that stupid'. Fluiten en mompelen tegelijk kan nog gevaarlijke verkeerssituaties opleveren, maar gelukkig hebben de meeste van deze heren (allemaal heren, behalve Nina Brink natuurlijk) een chauffeur.
Het werkt dus zo: grote investeerders beleggen in een speculatieve bubbel en pakken daar de opbrengst van, tot het misgaat. Dan jammeren ze dat ze zich niet overeind kunnen houden, onder bedreiging van de totale wereldeconomie. Politici, vaak medeschuldig aan de bubbel, zetten vervolgens publiek geld op de roulette door de investeerders te ondersteunen. Dat moet zogenaamd het vertrouwen herstellen. In wie in vredesnaam? In die investeerders en bankiers? Puhlease. Of in 'de economie'? Dat roulettespel? You're not serious, are you?
Ook publiek geld kun je maar een keer uitgeven en als je dat verspeelt op de roulette help je inderdaad de economie naar de Filistijnen. Wat volgt is nog bizarder: omdat ze zo stom geweest zijn hun geld op de roulette te verspelen, gaan politici draconisch bezuinigen, oftewel de gevolgen van hun falen op de bevolking afwentelen. Nee, die kan er wat aan doen. Ze krijgen wel met de gevolgen van die bezuinigingen te maken in de vorm van werkloosheid, afnemende koopkracht en nog meer negatieve druk op de economie.

We zijn inmiddels volkomen onder de invloed geraakt van mensen die ten eerste dit verhaal ontkennen. Diezelfde mensen zijn, ten tweede, vaak klimaatontkenners, immigratiehysterici en islamparanoïden. Ze blinken uit in vroeger falen, overontwikkelde rancune en projectie van hun mislukkingen op iets dat ze 'links' noemen, waar vervolgens alles onder valt dat ze niet aanstaat. Ten derde bepalen deze mensen, helaas helaas, volkomen het publieke debat. Inspelend op de terechte gevoelens van verontwaardiging onder de bevolking bieden en vinden zij een uitlaatklep voor de verzamelde rancune en ressentimenten, de onbenoemde en ondoordachte angsten voor de toekomst.

Wat is er trouwens gebeurd met die zogenoemde 'echte' economie, je weet wel, de markt, waar materiële producten, grondstoffen, voedingsstoffen, halffabrikaten en eindprodukten, diensten en handelingen verhandeld worden voor echt geld dat dus een echte opbrangst heeft? Het is altijd goed om in gedachten te houden dat betalingen voor de 'echte' economie en die voor de speculatieve economie in verhouding van 2 tot 98 staan. Er gaat 49 keer zoveel geld de wereld rond voor speculatie als voor echte produkten en diensten.
De belastingen (zoals je weet bestaan de inkomsten van de overheid uit belastingen, andere inkomsten heeft die eigenlijk niet) worden uitsluitend geheven op echte salarissen en winsten uit produktie. Ze zijn dus een klein deel van de twee procent van de dagelijkse geldstroom, laten we zeggen tien procent van die twee procent, dat is 0,2 procent. En die 0,2 procent zetten we dus in om de hele constructie overeind te houden? Iets zegt me dat dat niet gaat lukken.

vrijdag 19 november 2010

Zo worden we belazerd - Sarah Palin en de verkiezingen van 2012

Van De Wereld van Nu


In de new York Times Review of Books verscheen een artikel van de journalist Robert Draper over Sarah Palin. De dame die persoonlijk zorgde voor de nederlaag van John McCain bij de laatste presidentsverkiezingen meent inmiddels, daartoe aangemoedigd door fans en -niet onbelangrijk- belanghebbende partijen zoals grote bedrijven, Fox News en andere hardcore conservatieve machers, dat ze geschikt is om in 2012 voor het presidentschap te gaan wedijveren met Obama. Ik doe geen voorspellingen over haar kansen, maar het is opmerkelijk dat deze vrouw überhaupt deelneemt aan het politieke discours. Ik heb haar nog nooit -en ik bedoel NOOIT, zoals in nooit, nimmer, geen enkele keer, nul, zero, zilch, je weet wel- op een uitspraak van enig politiek gewicht kunnen betrappen. Wel op het uitspreken van mediaspin, goed in het gehoor liggende dooddoeners voor de achterban en het inspelen op vooroordelen, angsten en paranoia onder het publiek.

Mythes worden meestal niet geboren, maar gemaakt. Ik bedoel dat ze bewust bedacht en gecreëerd worden door mensen die ervoor geleerd hebben, met precies dat doel: een mythe creëren. Ben ik duidelijk? Ik beweer dat er mensen zijn die opzettelijk onware verhalen de wereld in helpen, met het doel een mythe te scheppen rond een persoon, met andere woorden, een beeld in het leven te roepen dat niet met de werkelijkheid overeen komt.

Het artikel in de New York Times Review of Books biedt een loepzuiver voorbeeld van zo'n mythescheppend moment. De ghostwriter van Palin's 'autobiografie', degene dus die feitelijk de 'autobiografie' schreef, is ene Rebecca Mansour, een ongetwijfeld zeer geslaagd schrijfster van scenario's, althans tot ze, ter ondersteuning van de volgens haar zeer onheus bejegende Sarah Palin, het weblog conservatives4palin begon. Ze werd toen ingehuurd door de Palins 'om te helpen met het schrijven van de autobiografie'.

Deze Rebecca Mansour vertelt nu tegen Robert Draper dat Sarah Palin een heel lieve, warme persoon is (wie had het kunnen denken) die daarnaast nog heel intelligent is en heel goed kan schrijven: "I remember sitting with her while she was working on the book; she would be typing furiously, and I’d ask her, ‘Governor, when was the year you did such and such,’ and she’d say, ‘That was the year we did the budget.’ And then she’d be reading the chyron at the bottom of the TV screen while typing and talking to me. And then would read to me what she just wrote, and it was brilliant."

Nou, daar geloof ik helemaal geen barst van. Iemand die nog niet een fatsoenlijke gesproken zin kan formuleren en er in diverse interviews blijk van geeft dat ze gewoon helemaal niet weet wat de meest eenvoudige woorden betekenen, laat staan samengestelde termen, laat staan complexe begrippen en praat helemaal maar niet over redeneren en argumenteren, zo iemand verandert echt niet bij het haardvuur in een begenadigde schrijver. Rebecca Mansour liegt dat ze barst, en zoals alle echte doortrapte leugenaars heeft ze er een bedoeling mee, ze wil dat wij geloven dat Sarah Palin kwaliteiten heeft die haar geschikt maken voor het presidentschap. In feite schept ze op het moment van deze uitspraak een soort übermensch-mythe. 'Kijk toch eens wat Sarah Palin allemaal kan!' Ik geloof van alles, dat Rebecca Mansour een salaris krijgt voor haar diensten waardoor ze zich nooit nergens meer druk om hoeft te maken, dat dat salaris betaald wordt door partijen die er belang bij hebben een geschikte stropop in het Witte Huis te krijgen en dat ik door deze bewering ook de kans loop wegens vergaande paranoia in het gesticht gestopt te worden; ik geloof al die dingen en nog een paar meer, maar niet dat ik Sarah Palin dusdanig verkeerd inschat dat ze ten eerste een goede schrijver is en ten tweede een geschikte presidentskandidaat.

woensdag 10 november 2010

We're all gonna die, part ##: Hoe staat het met de economie?

Ja, die uitzichtloze patiënt met wie het in mijn hele leven nog nooit goed is gegaan, behalve in tijden die achteraf een 'bubble' bleken te wezen, hoe gaat het daarmee? Om mijn eerdere punt, van de abstractie die de economie is, waarover we altijd worden voorgelogen, vooral door zich econoom noemende geldwichelaars die meestal betaald worden door instituten wiens belangen zij geheel onafhankelijk helemaal niet vertegenwoordigen; om mijn punt dus toe te lichten: ik weet uit mijn hoofd dat ik sinds mijn geboorte in 1964 een onafzienbare golf van economische catastrofes heb meegemaakt. In 1973 de eerste oliecrisis, in 1978 de tweede. In de jaren tachtig stagflatie en uitzichtloze werkloosheid, waar ik toen al enorm van genoten heb. In de jaren negentig economische groei, toen toegeschreven aan het poldermodel, globalisering en neoliberale vooruitgang, in werkelijkheid bestaande uit de uitverkoop van nationale eigendommen, kunstmatige opwaardering van de huizenprijzen gekoppeld aan gemakkelijke hypotheekverstrekking, de internetbubbel, outsourcing van produktie naar lage lonenlanden en stijging van de produktiviteit door informatietechnologie. Afgezien van dat laatste, overigens een marginale bijdrage, zie je onmiddellijk dat het in alle gevallen gaat om tijdelijke opwaarderingen waarvoor je later genadeloos de rekening gepresenteerd krijgt.

Dat gebeurde in 2008. Niemand had het zien aankomen, behalve een paar gekken die geen belangen vertegenwoordigden en daarom niet serieus genomen hoefden te worden. Mensen die geen belangen vertegenwoordigen zijn irrelevant; als ze iets betekenden, zouden ze wel belangen vertegenwoordigen, nietwaar. Ik bedoel, we weten allemaal waar het geld zit. Bij de belangen, precies. En die geven het enkel uit aan relevante personen. Waarom zouden ze het uitgeven aan irrelevante personen, of, nog erger, aan personen die hun belangen niet vertegenwoordigen, of, het ergst van allemaal, die tegen hun belangen ingaan!

Als het bovenstaande praatje nu allesomvattend zou zijn, waren we snel klaar. Het moet wel buitengewoon droevig gesteld zijn met de economie. Immers: er zijn geen nationale eigendommen meer te verkopen, want alles is al weg. Ja, je kunt nog wel van alles privatiseren, zoals de gezondheidszorg, het onderwijs, waterstaat, wegenbeheer; je kunt zo goed als alles privatiseren en randfiguren zoals libertariërs en andere fundamentalisten van de vrije markt beweren ook dat dat een heel goed idee is en je kunt nooit weten, maar ten eerste is de kans niet zo heel groot in een democratie, ten tweede levert het gewoon niet zo veel meer op. De goeie tijden waren die van de uitverkoop van de NS, de UMTS-frequenties, de electriciteitsnetwerken, dat soort werk. Minister Zalm produceerde er ooit stralend een overschot op de begroting mee, ik geloof bij de laatste begroting van Paars I. Als je de uitverkoop van nationale eigendommen er af trok hield je nog een niet misselijk en smadelijk tekort over, maar daar hoorde je niemand over. Een zonderling van de SP misschien, maar zelfs dat staat me niet bij.

De huizenprijzen, jarenlang dramatisch te hoog, zijn inmiddels enigszins aangepast, maar nog steeds niet op een aanvaardbaar niveau. In Nederland is het effect van de huizenbubbel een beetje gedempt, doordat we nu eenmaal meer mensen dan huizen hebben. De vraag blijft daardoor hoog. Daarbij beïnvloedt de politiek de markt door enerzijds de koopsubsidie op een absurd niveau te handhaven middels de hypotheekrente-aftrek, anderzijds door suggestief gezeur over scheefwonen en 'liberalisering van de woningmarkt' dat ten doel heeft de huurprijzen op een zelfde manier op te schroeven, waardoor een zelfde stimulerend effect op de economie zou kunnen ontstaan als ooit de huizenbubbel deed. Met flankerend beleid kan dan de individuele huurder budgetneutraal meer huur opbrengen, waardoor er per saldo meer geld in de economie wordt gepompt en de cijfers van het CBS er weer beter uit gaan zien. Daar gaat het ten slotte allemaal om. Hoe imbeciel dat is, daar heb ik elders al eens over geschreven, maar iedereen trapt er nog steeds in.

Het outsourcen van produktie naar lage lonenlanden gaat ook niet erg goed meer, omdat de lage lonenlanden een beetje opraken. Die verdomde Polen gaan ook maar steeds meer verdienen, net als de Bulgaren en Roemenen. China is nog wel goedkoop, maar daar gaat het ook te goed, net als in India, Brazilië en sommige stukken Afrika. Andere landen zijn politiek te instabiel om er een bedrijf te kunnen opzetten en, ook heel lastig, je bent gewoon je leven niet zeker in plaatsen zoals Somalië, Irak of Afghanistan. Piraten, geloofsfanaten en wapenhandelaars, allemaal leuke lui, maar sokken en t-shirts maken, dat doen ze niet voor je. Wel handig voor grondstoffen, dat dan weer wel.

De informatietechnologie leverde enerzijds een stijging van de produktiviteit op, doordat mensen in minder tijd meer konden doen van achter hun burootje. De internetbubbel was -anderzijds- dan weer wat minder, maar een tijdelijk fenomeen, een echte tulpenrally, zullen we maar zeggen; een nieuwe, ondoorzichtige markt, waarin startups met een goed verhaal kapitaal van risicobeleggers konden aantrekken en verspillen. De stofwolken zijn inmiddels wat opgetrokken en internet is een wat stabieler fenomeen geworden dat zijn eigen dynamiek heeft ontwikkeld en nog lang niet is uitgekristalliseerd. Er zijn enorme bedragen verdiend, door microsoft en google natuurlijk, maar bijvoorbeeld ook met de verkoop van successen als marktplaats en youtube; er worden nog steeds enorme bedragen verloren op nieuws en entertainment en hoe de verdienmodellen voor gezonde internetbedrijven er uit zullen zien hangt nog helemaal in de lucht. Google van vandaag is de newconomy van morgen, het kan nog steeds. Bestaat Facebook nog over tien jaar? Ik betwijfel het. We zullen zien. Het enkele feit dat internet nog niet af is en, zowel als economisch model of als cultureel verschijnsel, zowel als intellectueel medium of als sociaal netwerk nog alle kanten op kan, betekent dat er geld te investeren en te verdienen is. Het kan ook ingeperkt worden trouwens, een mogelijkheid die veel mensen niet heel waarschijnlijk voorkomt, maar ook dat kan. In het kader van een 'war on terror' of een andere niet bestaande dreiging kan een heleboel, dat is nu al gebleken.

De moderne communicatiemiddelen hebben in grote mate bijgedragen aan de verspreiding van informatie, het verkorten van logistieke lijnen en de efficiency van produktie, om maar een paar dingen te noemen. Mede daardoor is de wereld in toenemende mate geïntegreerd tot een 'global village'. Mensen blijken ook nog eens over de hele wereld een samenhangend en grotendeels identiek behoeftenpatroon te hebben. Een huis, redelijke voeding, een auto voor de deur, computer, tv en internet, ipod en ipad en de rest (sexualiteit, sociaal bewegingspatroon) wordt ingevuld naar de zeden van plaats en mode. Niks bijzonders, maar wel behoorlijk belastend voor voedingsindustrie en, laten we zeggen, de planeet, want er zijn zo idioot veel mensen. Gelukkig neemt de biodiversiteit in razend tempo verder af, dus is er meer ruimte voor ons. Slecht nieuws voor de dolfijnen, die nu al twee eeuwen aan het afzien zijn daar onder water en die elkaar ook niet meer geloven als ze steeds weer zeggen: echt jongens, die mens, die verdwijnt wel, dat kan nooit lang meer duren. "Nou eh mam, dat zei je vijftig jaar geleden ook." You know... als ik een walvis was, kreeg ik ook de neiging het strand maar op te zwemmen en er een eind aan te maken. Daar is trouwens een goeie film over gemaakt, in Nieuw-Zeeland, die heet Whale Rider.

Ik ga, hier op het eind van deze post, een lang verhaal kort maken. Uit het bovenstaande overzicht zou je kunnen concluderen dat het wel faliekant moet mislopen met de economie de komende tijd. Als we doorgaan op de ingeslagen weg lijkt mij dat onontkoombaar. Er zijn evenwel voldoende andere opties. Op het terrein van energie-opwekking en energie-onafhankelijkheid zijn nog zoveel ontdekkingen te doen, er is zoveel te investeren. Stephen Hawking zei het nog in Time, in antwoord op de vraag welke ontwikkeling hij het liefste grootschalig geïmplementeerd zou zien: kernfusie, een onuitputtelijke bron van energie. Dat is maar een voorbeeld, ook andere duurzame energiebronnen zijn vaak nog onderontwikkeld of gewoon genegeerd. Veel te halen dus. Een ander terrein is dat van de voedingsindustrie. Dat kan anders, efficiënter en toch diervriendelijker. De industrie werkt daar maar mondjesmaat aan en heeft meer prikkeling van de consument nodig.

Als er meer auto's komen, wordt de noodzaak om die duurzaam te produceren en meer aspecten van duurzaamheid in de ontwerpen te brengen steeds groter. Waar blijft verdorie dat handige electrische autootje voor thuis- en forensengebruik? De automotive industrie zet al twintig jaar in op groter en krachtiger, een trend die helemaal tegen de eisen van de tijd ingaat en die de industrie aan de rand van de afgrond heeft gebracht. Pure stompzinnigheid en korte termijndenken.

Op wat grotere schaal valt te denken aan algemene economische trends. Volgens de marxistische historicus Eric Hobsbawn was de bloeiperiode van 1945 tot 1973 te danken aan een New Deal-achtige samenwerking tussen private en publieke belangen; hij noemde dat de mixed economy. Het neoliberale model dat volgde op die mixed economy, de Thatcheriaanse en Reaganeske dereguleringsgolf, die dus eigenlijk een reactie was op die meer gestuurde economie en die een extra impuls kreeg door de instorting van de Sovjet-Unie in 1991, bracht tijdelijke welvaart en een herverdeling van middelen. Die herverdeling was dan wel precies tegenovergesteld aan wat er de dertig jaar daarvoor gebeurde, het geld verdween weer van de middenklasse naar een nieuwe kaste van rijken.

In feite kwam in 2008 een einde aan dat neoliberale model; het had zijn werkingskracht verloren, het werkte gewoon niet meer, zoals ik boven heb aangegeven. De aantrekkingskracht van het model, de mogelijkheid om zonder inspanning schathemelrijk te worden en alles te kunnen kopen wat je maar hebben wil, plus de mogelijkheid om door deelneming middels aandelen ook een stuk van de taart te kunnen krijgen is echter allerminst verminderd. Terzijde zij hier opgemerkt dat die nieuwe kaste door middel van kadootjes aan geselecteerde individuen op uitstekende wijze propaganda voor haar model maakt (Sarah Palin, Tea Party, Geert Wilders), waardoor het op dit moment zelfs lijkt alsof de instorting van 2008 helemaal niet aan de economische mode te wijten was, wat toch serieus het geval was.

In dit opzicht is er een zekere strijd gaande tussen het Angelsaksische en het Rijnlandmodel van ondernemen: hoeveel belang en hoeveel macht geef je de aandeelhouders? kies je voor het Angelsaksische model met veel macht bij de aandeelhouder, dan zit je daardoor vast aan verplicht jaarlijks stijgende dividenden, het ontginnen van nieuwe markten, marktaandeel- en marketingstrategieën, een voortdurende produktiviteitsrace en kostenbeheersing en uiteindelijk de steeds terugkerende anorexiastrategie waarmee je een bestaand bedrijf door kostenbeheersing langzaam ontmantelt totdat er geen werknemers en produktie meer over zijn, waarna het bedrijf failliet gaat en er elders een nieuw bedrijf kan worden opgezet, waar vaak dezelfde werknemers, tegen natuurlijk een lager salaris, weer aan de slag kunnen. Dat werkt goed voor de aandeelhouders, maar slecht voor de werknemers en overigens een tijdje later ook weer voor de aandeelhouder, omdat het nu eenmaal een eindig model is. Daar kwamen we in 2008 achter, dat is dus al empirisch bevestigd, er is niet meer tegen te argumenteren.

Het Rijnlandmodel biedt wat meer uitzicht op lange termijndenken. Hierbij ligt de nadruk niet zozeer op het rendement op de korte termijn, maar op de continuïteit van de onderneming. In een nog wat groter verband zou een mens best willen dat er nu eens een redelijke afweging gemaakt werd tussen wat nu een overheidstaak is en wat niet. Dan kun je ook in redelijkheid beslissen wat tot de markt hoort en wat door de overheid geregeld wordt. Natuurlijk staan zulke dingen niet eeuwigdurend vast, maar dat geldt ook voor het tegendeel: alles aan de markt overlaten is ook een keuze.

Op de noot dat alles kan veranderen wil ik eindigen. In een democratie worden de marges van de veranderingen aangegeven door de kiezer. Voor Nederland heeft dat, in ieder geval voor de komende vier jaar, niets opgeleverd behalve stagnatie, misinvesteringen en de promotie van rancune en egoïsme. De oude economie kan rekenen op steun terwijl nieuwe moderne investeringen worden ontraden en onttakeld. Het beleid richt zich op niet bestaande problemen van integratie, terrorisme en islamisering terwijl alle belangrijke dossiers, zoals bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek, de toekomst van onze defensie, onderwijs, maatschappelijke samenwerking op cultureel gebied, de hervorming van de arbeidsmarkt en de boven geschetste verdeling tussen publiek en privaat terrein blijven liggen of niet eens op tafel komen. Jammer, jammer. Maar ja, de kiezer bepaalt en zo hoort het ook.

maandag 11 oktober 2010

You can't make this stuff up - de geschiedenis van de CIA



Het boek heet 'Een spoor van vernieling' (origineel 'Legacy of Ashes', dat is toch net iets poëtischer) en in de kortste samenvatting zou ik het een opsomming van hilarische blunders noemen.
Blunders die talloze mensenlevens gekost hebben. Vanaf het begin, in 1947 ongeveer, stuurde de CIA honderden agenten naar locaties achter het IJzeren Gordijn, Korea, China en Zuid-Amerika en zonder uitzondering werden in die gevallen ALLE 'agenten', meestal goedbedoelende, slecht opgeleide amateurs, onmiddellijk na aankomst opgepakt en opgesloten of meteen gedood.



Het is jammer dat de auteur, de journalist Tim Weiner (het is toch elke keer weer opvallend dat journalisten veel betere geschiedkundige werken schrijven dan de officiële historici, die veel te respectvol zijn voor 'autoriteiten' en te weinig kritisch met hun bronnen omgaan) de bedragen die aan de CIA zijn besteed niet naar de inflatie omrekent, dan werd het rendement van die dienst pas echt schrikbarend blootgelegd. Ik bedoel, als je in 1950 587 miljoen dollar mag uitgeven aan inlichtingen- en operatiewerk, hoeveel is dat wel niet in hedendaags geld? Tien keer zoveel is niks volgens mij.

En de CIA bereikte met al dat uitgegeven geld dus helemaal niets. Nada, zilch, njet, umsonst. De atoombom van de Russen, 1948. Nop. De inval van de Chinezen in Korea, 1950. Naks. Suez, Hongarije, Cuba. Flut. Het wordt ook niks beter naarmate de jaren verstrijken. De val van de muur, een volslagen verrassing. Het instorten van de Sovjet-Unie, twee jaar later. Huh? De opkomst van de Taliban in Afghanistan, uit strijders die eerst gesponsord werden om tegen de Sovjets tekeer te gaan. Nóóit gedacht, hoe kan het? De aanslagen op het WTC en Pentagon, 11 september 2001. Wie had het kunnen denken?


Sly Stallone had het inderdaad beter kunnen doen

Er zijn mensen die vertrouwen hebben in geheime diensten. Daar begrijp ik helemaal niets van. Rapporten van geheime diensten blijken dezelfde waarde te hebben als voorspellingen van economen. Ze kunnen beter op WC-papier gedrukt worden, dan heb je er nog iets aan na de maaltijd.

O, en ik ga nog even mijn gelijk halen: in mijn scriptie moest ik destijds van mijn mentor een voetnoot verwijderen, omdat ik een groep medewerkers van het CPCC, een onderafdeling van de CIA die zich met kunst bezighield, had omschreven een stel alcoholische klaplopers die zich enkel interesseerden voor de gratis cocktailparty's en de status. Uit dit boek blijkt dat ik hier gewoon volkomen gelijk in had. Het boek had trouwens zonder meer in alcohol gedrenkt uitgegeven mogen worden. De inname van de diverse hoofdpersonen stelt die van het kabinet Den Uyl nog ver in de schaduw; dat schijnt geen geringe prestatie te zijn, de goede Dries natuurlijk uitgezonderd. Voor rechtse halvegaren die ervoor kiezen om toch te geloven in de kwaliteit van de 'helden' die spionnen in hun visie nu eenmaal zijn: boeken die je drenkt in alcohol branden tenminste.

donderdag 7 oktober 2010

"7 minutes of... this." Dream Theater speelt Dark Side of the Moon

Dream Theater is een Amerikaanse band die in 1985 is opgericht en die een voor mij uiterst onaantrekkelijk soort hardrock speelt die bestaat uit teveel drums, teveel noten per seconde op gitaar en toetsen en teveel geschreeuw op de zang. Daardoor verliest de muziek aan zeggingskracht, waar ze natuurlijk wint aan imposante pose en virtuositeit. Het publiek trekt zich gelukkig niets aan van mijn mening en bezorgde de band verdiende successen. Ik kwam er onlangs achter dat Dream Theater een uitvoering van Dark Side of the Moon (voor wie het niet weet: dat is een album uit 1973 van een bandje dat Pink Floyd heette. Het werd opgenomen in Abbey Road door een meneer Alan Parsons. Het is een sfeervol, zij het wat traag album dat in de teksten refereert aan leven en dood en dat soort onaangenaamheden. Het stond 741 weken in de top 200 van verkochte albums in Amerika) speelde en daar een DVD van maakte. Er is wat lastig aan te komen, maar de moderne technieken staan gelukkig voor niks.

Op de DVD staan natuurlijk een aantal bonussen. Eén daarvan is een interview met de drummer van Dream Theater, Mike Portnoy. In dit stukje geeft hij aan wat het voor de leden van Dream Theater betekent om Pink Floyd te spelen, waarbij de bedoeling van wat hij zegt het meeste zit in de stiltes die hij laat vallen. "It's amazing to watch Jordan play these Rick Wright parts and not... you know..."[...]"or me... you know, 'us and them, it's like seven minutes of... this..."
Maar hij heeft gelijk, de aantrekkingskracht van de uitvoering van Dark Side of the Moon door Dream Theater zit'm in het feit dat Pink Foyd gespeeld wordt door mensen die echt kunnen spelen, moderne muzikanten met 'chops', zoals dat heet. Ik ben er helemaal voor.



Ik was een tijdje terug nog aan het klagen over de editors die het beeld niet stil konden laten staan. De ziekte blijkt niet helemaal nieuw te wezen. Misschien is het zelfs wel hiervan afgekeken. Of is het dezelfde editor? Hmmm...

Laten we in ieder geval nog een stukje kijken van het concert, dat in 2005 werd gespeeld in het Hammersmith Apollo in London. Hier de solo van John Petrucci in 'Time'.

dinsdag 28 september 2010

Alleen echte mensen zijn echt gek




Hoe heerlijk is het in deze tijden van opgekropte frustratie en platvloerse naijver, jaloezie en wrok weer eens geconfronteerd te worden met mensen die uit duidelijke, naspeurbare redenen en overtuigingen gewoon ongeremd krankzinnig worden en daarbij alle tekenen vertonen van gezonde waanzin, inclusief het huilen, tandenknarsen, gillend over straat gaan en de automutilatie die daarbij hoort. Je zou er jaloers op worden. En dan de achtergronden! Smikkelen en smullen. Waarom gebeurt zoiets mij nou nooit? (dat is niet waar, in een gelukkig, maar helaas onbereikbaar, onherstelbaar vergaan verleden gebeurden zulke dingen mij ook, vroeger, toen ik nog jong en knap en gezond was...)

De achtergronden. Mensen, we hebben dit soort dingen nodig in deze tijden van zielloze geldzucht, hersenloze ideologie en goddeloze religie. Het gaat deze keer om de nalatenschap van een schrijver die nagenoeg niks geschreven heeft. Datgene dat hij dan wel geschreven heeft is dermate ambigu dat het eigenlijk onbegrijpelijk is. Dat is buitengewoon aantrekkelijk, omdat het voor iedere uitleg vatbaar is. Zo'n schrijver is ideaal voor critici, kunstuitleggers en studenten in diverse sociale wetenschappen, vooral als de schrijver ook nog eens jong gestorven is, uit een verdwijnende cultuur als de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie afkomstig is en zijn werkjes schreef in de ongelooflijk turbulente periode aan het begin van de twintigste eeuw. Die periode is met goede redenen aan te duiden als de bakermat van de moderne tijd. Vliegtuig, auto en de grootscheepse toepassing van electriciteit stammen uit deze periode, alsmede de bepalende ideologieën van de twintigste eeuw, fascisme, communisme en parlementaire democratie. Als klap op de vuurpijl was er een Grote Oorlog die nergens over ging en verloren werd door niemand, behalve degene die bij congres aangewezen werd als de schuldige en die zich dus tandenknarsend op de revanche ging voorbereiden.



Het gaat over Franz Kafka, dat kan bijna niet missen. Er zijn tijden geweest dat je op foto's van columnisten, wetenschappers en andere deskundologen die zich graag voor hun penisverlengende boekenkast laten filmen of fotograferen feilloos het Verzameld Werk van deze schrijver kon identificeren, omdat het in knalgele of baksteenrode band met zwarte opdruk kwam en door het gebruik van een groot font nogal dik uitgevallen was. Nou ja, het sprong er nogal uit in de boekenkast. Sommige boeken doen dat, ongetwijfeld een triomf voor de ontwerper, die zijn prijzen kan verhogen na zo'n geslaagde opdracht. Ik had het zelf ook en heb me er zelfs eens doorheen geworsteld, wat ertoe leidde dat ik een kort citaatje kon verwerken in twee van m'n liedjes, ten eerste in Make it pay: 'you might sit there, and only wait, and it comes rolling at your feet'. Ten tweede in The Miracle of Love: 'The world waits like a tiger, and I wait like a cage. My bird has flown, the bars are bent and worn'.

Dat zijn geen rechtstreekse citaten, maar ik dacht dat Kafka ergens schreef 'een kooi ging uit om een vogel te vangen' en misschien ergens anders dat je gewoon kon gaan zitten en wachten en dat de wereld dan wel vanzelf op je afkomt. Maar heel zeker weet ik dat niet eens, misschien is het maar een hersenschim, een afdruk die is blijven hangen.



Deze Franz Kafka, een lange bleke slungel uit Praag, schreef verhalen die dan wel onleesbaar waren maar op een of andere manier ook iets leken aan te geven over de onthechting, vervreemding, ontzieling en atomisering die de moderne maatschappij zouden gaan kenmerken. Sinds de tachtig jaar dat hij dood is zijn we inderdaad verdwaald geraakt in een Kafkaïaanse samenleving, waarin niets zeker is en de mens overgeleverd is aan sinistere krachten die onaanwijsbaar en oncontroleerbaar zijn, maar op een duistere manier zijn leven vormgeven en die zich soms manifesteren in een gerichte aanval op zijn bestaan. Dat is geen loze zin. In kantoren in de Verenigde Staten kijken mensen naar videobeelden van onbemande vliegtuigjes en als ze op die beelden verdachte zaken menen waar te nemen geven diezelfde mensen de vliegtuigjes opdracht om bommen af te werpen. Dan verdwijnt er een rijtje huizen ergens in Pakistan, Jemen of Somalië. Het is gewoon een baan, niemand kijkt er van op. Ergens anders in Jemen, Somalië of misschien Indonesië of de bezette Palestijnse gebieden knopen mensen bomgordels om en stappen vervolgens in de bus die forensen naar hun werk brengt. Dat zijn dan weer schandelijke terroristen, heel andere mensen dan die kantoorgangers in hun kostuumpje met stropdas die de onbemande vliegtuigjes besturen.

Veel onbegrijpelijker dan de verhalen van Kafka, waarin mensen zonder opgaaf van redenen worden opgepakt en berecht, wat iedereen heel normaal vindt, of waarin ze veranderen in een lelijk wezen, waar ook niet werkelijk iemand van opkijkt; waarin althans iedere vorm van zekerheid, van redelijke structuur, een aanknopingspunt voor de rationaliteit of een medemenselijkheid waar je emotionele geruststelling aan kunt ontlenen ontbreekt zou de wereld niet moeten kunnen worden, maar we moeten vaststellen dat de wereld nog veel onbegrijpelijker geworden is. De economische overheersing heeft ertoe geleid dat we onze baan, onze relatie, onze bestaanszekerheid niet meer veilig kunnen stellen; al onze raamwerken zijn fluïde constructies geworden die geen houvast bieden, maar een beangstigend soort intrinsieke slapheid vertonen. Onze wereld is een plaats geworden die zich vrijwel alleen nog laat omschrijven in de termen van een andere schrijver uit de zelfde periode, iemand die zich in een zelfde ontwortelde maatschappij geplaatst zag en die, uit geheel andere overwegingen wellicht, zichzelf als een buitenstaander zag en zich dienovereenkomstig merkwaardig gedroeg. Die andere persoon was Howard Philips Lovecraft.



Zowel Lovecraft als Kafka geven aan dat er nog maar één uitweg is uit de onzalige omklemming van de moderne maatschappij: de weg van de waanzin. Ja, maar zo makkelijk komen we er niet vanaf. Het is niet aan iedereen gegeven om zomaar lekker gek te worden, zich te onttrekken aan de wereld en zich over te geven aan de moederlijke zorgen van een of ander instituut, dat vervolgens alles voor ons regelt, waarna we in alle rust de ouderdom kunnen bereiken. De waanzin, zo blijkt, neemt meestal de vorm aan van een of andere overtuiging; een religie, een politieke ideologie of een levenshouding die in de grond bestaat uit haat voor alles wat bedreigend is. Dat 'alles' kan dan inderdaad ook alles zijn, van de buurman met zijn bladblazer (daar is nog wel wat voor te zeggen trouwens) tot de immigratie van gelukzoekers, het bestaan van een linkse kerk, een militair-industrieel complex met aanverwante uitwassen in de farmaceutische industrie of de te verwachten aankomst van space aliens die ongetwijfeld de moeite nemen om ettelijke miljoenen lichtjaar te reizen om hier een paar sporen te trekken in slecht bezochte graanvelden, waarmee ze willen aangeven dat het hoe dan ook slecht met ons gaat aflopen, waarna we ze rustig met een honkbalknuppel mogen bewerken.



Dat is een uiterst onaantrekkelijk soort van waanzin, een vrijwel volledige blokkering van de vitale energie die zich vervolgens alleen nog maar kan uiten in negatieve zin; in afkeer van medemensen, in politieke negativiteit die zich kenmerkt door het stigmatiseren en uitsluiten van willekeurige 'anderen', in het ontkennen van enige andere dan een krachtdadige (en daarbij structureel vernielende) oplossing, in het zoeken naar een sterke leider en meer direct in het persoonlijke leven door het overmatig gebruik van sterke termen, macho-gedrag en onbeheerst koopgedrag, daarbij voortdurend iedereen gek verklarend die zich niet conformeert aan ditzelfde neurotische patroon. (het is natuurlijk heel ironisch dat deze zelfde pathologie onmiddellijk op schrijver dezes terug slaat; wat beweert hij immers? Ik ben het daar overigens helemaal mee eens, ik bedoel met de pathologische uitleg; sluit me op en verlos me van de zorgen alsjeblieft)

Er bestaat een ander soort waanzin; die van de levensenergie die zich een uitweg zoekt en zich die uitweg ook gewoon baant als de druk te hoog oploopt. Het is nog steeds waanzin, maar in een positieve vorm; het is de waanzin die schilders rode bomen in een blauwe sterrennacht laat schilderen, die mensen op te hoge leeftijd fanatiek sport laat bedrijven, die jonge mannen er als op goddelijk bevel toe aanzet te gaan staan roepen onder het raam van hun verdwenen geliefde die op dat moment met haar nieuwe minnaar in bed ligt en die dezelfde jonge vrouw er later toe aanzet midden in de nacht te verschijnen aan het bed van haar nieuwe gemankeerde passie waarna de zaken hun onafwendbare gang nemen; in het kort is het, in één woord, liefde.



Deze soort waanzin leidt uiteindelijk ook gewoon tot de dood, zoals trouwens alles in het leven, maar het pad waarover de reis zich voltrekt is in mijn ogen toch wel wat aantrekkelijker. Het is tenminste bezaaid met normale bladeren en afgewaaide takjes en rommel en de omgeving is van een weldadige landelijkheid; het waait een beetje en de lucht is misschien wat vochtig; het is een uur of elf 's ochtends en in de omringende landerijen staan tamelijk normaal uitziende koeien, de temperatuur is aangenaam en je bent tenminste niet zo moe. Misschien kun je zelfs nog wel iets nuttigs doen vandaag; een gedicht schrijven, een leuk meisje ontmoeten of in de namiddag de maaltijd genieten met een gezelschap onder een paar bomen, liggend op banken zoals de oude Grieken en minstens zulke spitsvondige wijsheden over het leven afgevend.

Franz Kafka heeft, zo blijkt het althans, nog wat werk nagelaten. Deze erfenis is net voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog (op de laatste trein, vijf minuten voor het sluiten van de grens door de Nazi's; je moet je als historicus altijd bewust zijn van de smalle marges die de geschiedenis soms heeft; soms is het zo verleidelijk te denken in periodes van tientallen of zelfs honderden, duizenden jaren, een procedé dat altijd leidt tot fouten) uit Tsjechoslowakije bevrijd door Max Brod, een Tsjechische jood, die het werk van Kafka naliet aan zijn minnares Esther Hoffe, die 101 jaar oud werd en de nalatenschap van Kafka's werk op haar beurt overdroeg aan haar dochters Eva Hoffe en Ruth Wiesler. Die delen het werk met zo'n veertig katten, in het appartement van Eva.



Waaruit bestaat die erfenis, wat is dat nagelaten werk van Kafka? Veel bijzonders is het niet, als we afgaan op de getuigenis van Bernhard Echte, een Oostenrijker die in de jaren tachtig samen met Esther Hoffe (de samenwerking Echte Hoffe, zullen we maar zeggen; altijd in verhalen van deze aard stuit je op dit soort toevalligheden, dat is van een onzegbare schoonheid) de erfenis inventariseerde. De laatste brief uit het sanatorium waar Kafka aan tuberculose stierf, een exemplaar van Tristan Tzara's eerste Dada-uitgave met een persoonlijke opdracht aan Kafka. Ik kan er maar moeilijk warm van worden, maar andere mensen reageren heel anders op zulke dingen, mensen die heel serieuze zaken te regelen hebben in de wetenschap en de wereld in het algemeen en die bepalen wat er belangrijk is en wat niet.

Deze mensen verzamelen zich in instituten die vervolgens weer een bepaalde status in de maatschappij en breder in de wereld hebben en daarmee zekere belangen vertegenwoordigen. Het kan bij die belangen horen dat zekere zaken gezien en onderzocht worden, zodat de wetenschap kan voortschrijden, studenten kunnen afstuderen en promoveren en de belangrijke functies worden bekleed door mensen die daar bij uitstek geschikt voor zijn en vervolgens ook doen wat er bij hoort. En dan kan het er ook bij horen dat besloten wordt dat het nagelaten werk van Franz Kafka nadere studie verdient, dat het in het belang van de wetenschap en de wereld in het algemeen is dat dit werk beschikbaar komt en dat zekere individuele belangen dit bredere belang niet in de weg mogen staan.



Dat gebeurde in 2007, als verschillende partijen het bezit van de erfenis van Franz Kafka gaan betwisten. Het is het punt waar we het terrein betreden van de verschillende vormen van krankzinnigheid. Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt.

wordt vervolgd

Diertekeningen van Andrew Dick
Scene uit 'Signs', de slechtste film die ik tot nu toe in m'n leven gezien heb
Schilderij onder 'Lovecraft' is van Yves Tanguy
Laatste afbeelding is 'De Tuin der Lusten' van Jeroen Bosch

Zo zit de wereld in elkaar, mensen (ziek systeem #4)



Vanmorgen bij het lezen van de New York Times viel me een stukje op in de column van Roger Cohen. Hij heeft het over de stemming in de Verenigde Staten en spreekt van een 'stammenstrijd'; niet etnisch, maar politiek, sociaal en economisch. Die stammenstrijd licht hij toe met een briljant voorbeeld van hoe het er in de moderne wereld aan toegaat.

Een zakenman is bij een bank weggegaan omdat het beleid hem daar niet meer beviel. De laatste druppel was een vergadering over de bonussen van de bestuurders. Omdat de resultaten tegenvielen was de keuze enerzijds het handhaven van de bonussen, wat zou betekenen dat vijf procent van de werknemers ontslagen moest worden, anderzijds het verminderen van de bonussen met vijfentwintig procent.

"De voorzitter vroeg om een stemming door handopsteken van degenen die een verminderde bonus zouden accepteren. Er waren dertig man op die vergadering. Er staken er drie hun hand op. Ik was één van die drie."



En zo gaat dat. De vraag die in onze moderne tijden opkomt is hoeveel van de vijf procent ontslagen werknemers op die vergadering niet keihard hetzelfde gestemd zou hebben. Het mooiste resultaat in een ziek systeem is als de deelnemers van harte bijdragen aan de oorzaken van de ziekte, ja, als ze zelfs menen dat het goed is voor henzelf wat ze doen. (er is, komt nu in me op, eigenlijk nog een vraag die hier aan vooraf gaat, namelijk: hoe idioot is het, als belanghebbenden zelf mogen stemmen over hoeveel geld ze aan zichzelf gaan verstrekken voor prestaties die ze niet eens hoeven hebben verricht? ja, zoiets kun je zomaar eens denken op een doordeweekse dinsdagmorgen. Laten we hopen dat het niet te vaak gebeurt)


Afbeeldingen van het web geplukt door te googlen op "Chaplin Modern Times"

woensdag 22 september 2010

What the fuck is er met die editors aan de hand? Daniel Lanois over zijn werk met Neil Young

Moet je dit eens kijken. Een filmpje dat ik vond over het nieuwe album van Neil Young. Interview met Daniel Lanois, de producer.



Kan iemand die editors even vertellen dat ik wel wat wil hebben om naar te kijken? Je mag het beeld wel een PAAR tellen stil laten staan. Ik bedoel, de aandachtsspanne is aan het dalen en zit inmiddels onder de twee minuten geloof ik, maar dat is nog heel wat anders dan elke tweetiende seconde een beeldwissel en dat geschud van die handheld camera's, om over het andere quasi-kunstzinnige digitale gerotzooi niet te spreken. Ja, je kunt een hoop met Final Cut zes. Zeven. Weet ik veel.

Overigens kijk ik liever naar kunst dan dat ik naar mensen luister die er over praten. Ik luister ook liever naar muziek dan dat ik er over hoor praten. Hetzelfde geldt voor films, auto's, vrouwen, politiek, religie, sport en vooral wijn. God damn it. Ik hou helemaal niet van gepraat, en de meeste muziek is ook maar herrie.

maandag 20 september 2010

Le Noise/Twisted Road - Nieuw album van Neil Young

Enigszins gerustgesteld in mijn niet aflatende interesse voor Neil Young doordat ik er achter kwam dat het literaire genie Michel Houellebecq zichzelf ook tot supporter verklaarde, wacht ik vol ongeduld op het nieuwe album van de rocklegende, dat eind deze maand gaat uitkomen. Houellebecq heeft er trouwens, zo echt op z'n Frans, helemaal niets van begrepen. Als hij een beetje kennis had genomen van het leven van Neil Young, zijn eerste huwelijk en zoon Zeke, zijn tweede huwelijk en zoon Ben, beide spastisch en gehandicapt (de een aanmerkelijk meer dan de ander trouwens), had Houellebecq niet de woorden 'doelloos' en 'ongericht' op papier gezet om de carrière van Neil Young te omschrijven. Aan de andere kant, het moet gezegd, zijn kennis van het oeuvre van Young is encyclopedisch (hij weet meer dan ik) en zijn omschrijvingen van Neil's gitaarspel en composities zijn doeltreffend en lovend.

Anyway, een samenwerking tussen Neil Young en Daniel Lanois geeft hoop op het beste. Maar ja, het kan ook zomaar weer zoiets als 'Robbie Robertson' worden. Wat een soepzooi was dat. 1988 is een tijdje terug, dat is ook weer waar. En Neil Young is niet zo'n volgevreten charlatan als Robertson toen was.

Lanois deed z'n werk met Bob Dylan ('Oh Mercy'), U2, Emmylou Harris en Willie Nelson. Hij zoekt ze wel uit. De produktie van Daniel Lanois kenmerkt zich door een open, authentieke sound. Hij gebruikt grote oude microfoons en analoge apparaten in het opnameproces. Hoe hij mixt en mastert weet ik niet. Misschien eens wat meer lezen. Als ik tijd had, mensen, als ik tijd had...

Laten we luisteren naar Neil Young. De titel is alvast weer raak: Angry World. Nou en of. Waar moeten we naar toe met al die agressie? Het lijkt wel 1912. Dat zegt Neil trouwens niet, dat zeg ik. Neil dus. Over titels gesproken: de oorspronkelijke titel van het album zou 'Twisted Road' zijn. Beter dan Le Noise, maar nog steeds niet veel. Here we go:

woensdag 30 juni 2010

Waarom werken mensen in zieke systemen? ziek systeem #3

Nou ja, je moet toch ergens werken, nietwaar. Het is een beetje hetzelfde als vragen: waarom bestaat het universum, of, eh, alles zo'n beetje? Het bestaat immers al. Een veel interessantere vraag is: waarom bestaat het niet NIET? Onlangs kwamen hier nog de Jehova's getuigen aan de deur, die mij vroegen of ik wel eens nagedacht had over de vraag hoe klein de kansen waren dat het leven ooit ontstaan was als je dat volgens de evolutieleer en de kansberekening calculeerde.


Hier moet wel over nagedacht zijn! Nou, echt niet.

Nou is de kans dat ik daarover nadenk vrij klein, maar ik had juist het boek van Bill Bryson, 'A short history of nearly everything' gelezen', overigens een behartenswaardig boek voor iedereen die erin geïnteresseerd is hoe het staat met de wetenschap en hoe dat zit met de cosmos, quarks en protonen, dinosaurussen, schuivende continenten en andere elementaire natuurwetenschappelijke feiten en Bill Bryson had voor mij uitgerekend dat die kans zo ongeveer een paar miljard keer een paar miljard, laten we voor het gemak zeggen oneindig tegen één is, dus ik kon de mannen (het waren deze keer twee mannen) vertellen dat de kans, jazeker, astronomisch klein was.
Maar ja, zei ik erbij, hebt u wel eens nagedacht over hoe groot het universum is? Ja, dat hadden ze. Het universum, dat was onvoorstelbaar groot, het was reusachtig, het was, als het ware, niet te omschrijven zo gigantisch.


Lekker makkelijk, zo'n hand van een antropomorfe (mannelijke) god die alle twijfel, nadenken en andere zorgen uitsluit

En heeft u dan, vroeg ik nog, er ook bij stilgestaan hoe klein wij wel niet zijn? Ook dat hadden de mannen. We zijn nietig, we stellen niets voor, niet in de ruimte en niet in de tijd, we zijn zandkorrels in de onmetelijke woestijn, waterdruppels in Gods Grote Stille Oceaan enzovoorts.
Ja, zei ik, de kans dat wij elkaar ontmoeten op dit moment en op deze plaats is, zou je toch zeggen, ongeveer zo groot als de kans dat het universum spontaan is ontstaan en het leven volgens de evolutieleer en de hele rest ook, nietwaar.
Jazeker, de kans was enorm klein, het was een wonder.
Goed, zei ik, ik ben blij dat u mij begrijpt. Aangezien wij hier nu eenmaal toch staan in elkaars onmiddellijke nabijheid, is enkel daarmee dus al aangetoond dat het heelal en alles wat er aan vastzit, net zo goed door een toeval is kunnen ontstaan als door de hand van een of ander opperwezen dat wij trouwens toch niet kunnen kennen.
En daarmee wenste ik de heren goedendag en nee, ik wilde geen folder om er nog eens over na te denken.


Volgens de Vergelijking van Drake is de kans juist heel KLEIN dat er GEEN leven in het universum is. Rekenen maar!

Op de bovenstaande vraag kom ik een andere keer wel eens terug. Met enkel het feit dat je toch ergens moet werken, ben je er niet. Het blijkt namelijk in de praktijk dat juist de mensen met goede kwaliteiten opgesloten raken in andermans zieke systemen. Een merkwaardig fenomeen, dat zeker enige aandacht verdient.


Charles Taze Russell had in de negentiende eeuw een bijbelclubje, dat later uitgroeide tot de Jehova's getuigen

Over Jehova's getuigen nog het volgende: hoewel ik zelf een ongelovige ketter ben (ik ben er werkelijk van overtuigd dat er niets is dat op het bestaan van God wijst, helemaal niets. En als er al zoiets als een opperwezen bestaat, is dat uit de aard van de zaak een onkenbare entiteit en daar kun je dus niets mee, al helemaal niet er een set leefregels uit afleiden die je dan aan anderen oplegt) respecteer ik elk mogelijk geloof en ben er zelfs een beetje jaloers op, omdat geloof nu eenmaal een zekere gemoedsrust met zich meebrengt die kalmerend en levensverlengend werkt. Ik zou trouwens andere mensen nooit hun krankzinnigheden ontzeggen, dat zou immers betekenen dat ik de mijne ook moet opgeven.
Jehova's getuigen hebben in de loop van de tijd zwaar moeten boeten voor hun overtuiging en verdwenen in de Tweede Wereldoorlog in grote getale samen met de Joden in de Duitse gaskamers. Net zoals zigeuners en homo's. De Jehova's weigerden bijvoorbeeld om 'Heil Hitler' te zeggen. Alle heil komt van God, niet van een of andere omhooggevallen malloot. Nou, zeg zoiets maar eens (niet), in bruine tijden. Best wel dapper. Wees dus vriendelijk tegen mensen die met een boodschap voor u aan de deur komen. Het is niet altijd makkelijk.


Charles Taze Russell heeft een monument in de vorm van een pyramide. Hee mensen, ik kan het niet helpen hoor...

dinsdag 29 juni 2010

This Note's for You

Neil Young maakte in 1989 enigszins furore door in het liedje met de bovenstaande titel te zingen:

"Ain't singin' for Pepsi
Ain't singin' for Coke
I don't sing for nobody
Makes me look like a joke"



This Note's for You. Zijn beginakkoorden zijn dezelfde als die in mijn 'Modern Days Blues' (zie hier), maar dan andersom...

In de biografie 'Shakey' die Jimmy McDonough over Neil Young schreef, kunnen we lezen dat Neil's teksten er toe leidden dat MTV zijn clip niet wou draaien. Foei, Neil! Niet de hand bijten die je voedt, hè.

Zingen, zoals in de tekst hierboven, betekent voor Neil Young werken. Hij verdient er per slot van rekening zijn geld mee. Moeilijk genoeg in de moderne tijden van gratis downloaden, teruglopende inkomsten uit auteursrechten en mensen die in het algemeen vinden dat ze er recht op hebben de productie van andere mensen gratis en voor niets in hun huiskamer geleverd te krijgen. "I'm a big rock star, my sales have tanked', zingt Neil op zijn jongste CD, 'Fork in the Road'. Maar goed, Neil kon nog zingen 'I don't sing for nobody', wat feitelijk betekent dat hij het voor zichzelf doet, voor zijn plezier of hoe je het ook noemen wilt.



Da's mooi voor Neil, maar hoe zit het met jou en mij? Over het algemeen werk ik voor mezelf, om een beter leven te krijgen. Genoeg salaris, genoeg vrije tijd, een fijne werkomgeving, niet teveel stress, een prettige manier om de dag door te komen en misschien zoveel verantwoordelijkheid als je dragen kunt, om iets voor je omgeving te betekenen, hopelijk iets goeds. Zodat er uiteindelijk, zoals bij mijn vader, op de begrafenis een verbijsterend aantal mensen komt opdagen dat iets vriendelijks over je te zeggen heeft. Sommige mensen krijgen ook nog een mooie steen op hun graf met een spreuk erop en een boek over hun opmerkelijke levenswandel. Een pyramide op je kop, dat is ook niet gek, die gaat lekker lang mee.


Alan Parsons spreekt zich uit over de pyramide-rage die Europa eind jaren zeventig teisterde. Beter slapen, scherpe scheermesjes, rijkdom en gezondheid dankzij pyramides! Yeah right...

Het merkwaardige geval doet zich voor dat ik al mijn hele werkende leven, inmiddels een jaar of vijfentwintig, te horen heb gekregen dat ik het niet beter mag krijgen. Ieder jaar opnieuw, bij iedere CAO-onderhandelingsronde van welke beroepsgroep ook, kreeg ik weer te horen dat de loonsverhoging toch echt beperkt moest blijven, 'in het belang van de economie'. Het gaat trouwens niet alleen om salaris, het geldt voor alle arbeidsvoorwaarden. Steeds weer is 'de economie' belangrijker dan ik. Nou is het ook wel weer heel erg vreemd dat ondanks alle concessies en toezeggingen, alle rechten die ik heb ingeleverd aan vakantiedagen, ziektedagen en medezeggenschap en alle plichten die ik daartegenover kreeg zoals verplichte overuren, verhoogde ziektekosten en verminderd reisbudget, het met die economie al sinds jaar en dag maar slechter en slechter gaat. Het geld dat ik heb uitgespaard schijnt aan de andere kant met voortschrijdende snelheid in een zwart gat te verdwijnen dat om steeds meer bijdrages vraagt. Hee hallo zeg, ik heb niks meer te geven, nog even en ik ben gezien de kosten van het bestaan een feitelijke contractslaaf met een termijn die ik in dit leven niet meer zie eindigen.


Fuck, daar gaan m'n reindeer...

Wat zou het een opluchting zijn als we die altijd zieke en nooit dode patient, 'de economie', terug bannen naar het rijk der fabelen waar hij vandaan komt en thuis hoort. Liefst samen met alle gelovigen en belanghebbenden, alle Friedmans, Clintons, Reagans, Keynesen, Scheringa's, Hjalmar Horace Greeley Schachts (de man die voor Hitler geld uit het niets verzon, zodat de Duitse oorlogsmachine kon gaan draaien, halverwege de jaren dertig) en niet te vergeten het banksaldo van de hele wereld, dat voor 98 procent bestaat uit een virtueel, dat wil zeggen verzonnen bedrag. Dat is ook niet eerlijk, dat politici wel gewoon een bedrag mogen verzinnen dat ze vervolgens in de echte wereld kunnen uitgeven. Waarom mag ik dat niet?

De economie bestaat niet. Ik besta wel. Ik ben dus veel belangrijker. Dat is de note for you. You, ja. Of ben ik tegen mezelf aan het praten?

maandag 28 juni 2010

De vreugden van de mijnbouw

Vorige week bereikte ons het bericht van enorme ertsenvoorraden in Afghanistan. Het land mag zich verblijden met de aanwezigheid van grote hoeveelheden koper, ijzer en zeldzame metalen zoals lithium in de bodem. Vooral de zeldzame metalen zijn van belang voor onmisbare Westerse benodigdheden als telefoons en laptop computers. De totale waarde van de ertsen zou zo'n duizend miljard dollar bedragen, een mooi afgerond biljoen. Er zijn dagen...


Omslag van een folder over mineralen in Afghanistan uit 2006. Staat alles al in, kun je gewoon downloaden

Hoewel het bericht als een nieuwtje werd gebracht, kan ik me niet voorstellen dat het voor ingewijden ook zo is. Op Wikipedia staat al sinds 2008 een artikel over ertsenvoorraden in Afghanistan. Er wordt daar geschreven over een rapport uit 2007 van de Amerikaanse overheid en nieuwe Afghaanse mijnbouwwetten die uit 2006 dateren. Zoals de New York Times het meldde, zijn de ertsvoorraden al in de jaren tachtig door Sovjet-experts in kaart gebracht. Die gegevens lagen vervolgens blijkbaar vrijelijk ter inzage in de bibliotheek in Kabul en even afgezien daarvan, die geheime diensten zullen toch wel IETS doen aan het verzamelen van relevante informatie? Ze waren best wel druk in Afghanistan in de jaren tachtig, vraag het Bin Laden maar eens. Daarbij was het dan weer merkwaardig dat het bericht naar buiten kwam via het Pentagon, alsof ze daar zitten te werken in dienst van grote corporaties. Wat zeg ik nu toch weer?


Nikkelmijn op Nieuw-Caledonië, een Frans Zuidzee-eiland

Grote mijnbouwbedrijven zijn bekend om de invloed die ze uitoefenen op landen waar wat te halen valt. Ik mag u even herinneren aan mijn blogpost over het mooie eiland Bougainville, waar de inheemse bevolking na een strijd van een jaar of tien met huurlingen en het Australische en Indonesische leger wist te bewerkstelligen dat ze de eenvoudige zeggenschap over hun eigen grondgebied terug kregen. Er stond pas geleden een mooie serie in Trouw, 'bloedmobieltjes', die had betrekking op de mineralenmijnen in Congo. Er rust copyright op de foto's in de serie, dat zal ik respecteren. Het verhaal is echter duidelijk: vrouwen en kinderen delven ertsen in de mijn op basis van contractslavernij. Corrupte ambtenaren, militairen en grondbezitters handhaven de situatie met inzet van het nodige geweld.
Nicholas Kristof, vaste columnist van de New York Times, schrijft over de oorlog in Congo in een artikel dat een rechtstreeks verband legt tussen enerzijds de aanwezigheid van mineralen en de oorlog, en anderzijds de Westerse behoefte aan mineralen en het voortduren van de situatie: "Eastern Congo is the site of the most lethal conflict since World War II, and is widely described as the rape capital of the world. The war had claimed 5.4 million deaths as of April 2007, with the toll mounting by 45,000 a month, according to a study by the International Rescue Committee."
[...] "I’ve never reported on a war more barbaric than Congo’s, and it haunts me. In Congo, I’ve seen women who have been mutilated, children who have been forced to eat their parents’ flesh, girls who have been subjected to rapes that destroyed their insides. Warlords finance their predations in part through the sale of mineral ore containing tantalum, tungsten, tin and gold. For example, tantalum from Congo is used to make electrical capacitors that go into phones, computers and gaming devices."


Grondstoffen voor onze gadgets: een mijn in Congo


Het is moeilijk om schuld toe te wijzen aan een bedrijf. Het is geen persoon die een misdaad kan plegen en die je kunt aanhouden en opsluiten. Als een bedrijf een stel huurlingen inzet om een situatie te beveiligen, kiezen de huurlingen de methode, niet het bedrijf.
Het is wel bedenkelijk hoever bedrijven willen gaan om goedkoop te produceren. Ik weet dat het vermoeiend is om overal de Tweede Wereldoorlog bij te slepen, maar IG Farben, het grote Duitse chemische kartel, sloot in februari 1941 een contract met de SS voor de levering van arbeiders aan hun fabriek voor kunstmatig rubber (Buna) in Auschwitz. IG Farben betaalde aan de SS vier mark per dag voor een geschoolde arbeider, drie mark voor een ongeschoolde arbeider en één mark vijftig voor een kind. De rest van de arbeidsvoorwaarden werd overgelaten aan de SS. Die interpreteerde ze als volgt: je ruimt de Joden op in Duitsland, stuurt ze naar Polen, elimineert een deel meteen (ja, je bent toch bezig met de Endlösung), degenen die kunnen werken laat je werken, maar je laat ze ondertussen gewoon creperen door honger en ziektes en de dooien vervang je door nog levende verse mensen.


Zo ging dat in Nazi-Duitsland. Een 'Vereinbarung (aanwijzing) in Briefform' dat het concentratiekamp arbeidskrachten aan de IG beschikbaar stelt voor een bepaalde prijs. Ondertekend met 'Heil Hitler' door een van de directeuren, Dr. Dürrfeld.

In dit speciale geval is het trouwens de vraag of IG Farben het deed om de kosten te drukken. Het was eerder zo dat er een inspanning van ze gevraagd werd voor de oorlog. De winst werd door het regime bepaald, arbeidskosten speelden in dit geval dus niet eens een rol. Omdat het nu geen oorlog is in dezelfde zin als in 1940-45 en de grote corporaties niet werken onder dictatoriale druk, ligt er natuurlijk ook een grotere verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden op ze.

Er verscheen afgelopen weekend een filmpje op youtube dat aandacht vraagt voor de omstandigheden in Congo. Het roept de mensen op om electronica-producenten te emailen met de boodschap dat ze hun producten 'conflict-vrij' moeten maken. Ze moeten dus geen mineralen uit Congo meer kopen. Meer informatie op raisehopeforcongo.org.