In het buitengebied bij Borculo, helemaal achteraf tussen de weilanden en sloten, ligt de algenkwekerij ingrepro van Carel Callenbach. Hij mag wel eens een nieuwe naam voor dat bedrijf verzinnen, 'ingrepro' bekt wel erg slecht.
Algen kweken doe je in een bak water. Je pompt er CO2 in en misschien nog wat afvalstoffen (zoals mest bijvoorbeeld) en de algen belonen je voor die opmerkzaamheid door zich in een onbehoorlijk tempo te gaan reproduceren. Er komt in een jaar vijftig tot zestig ton algen uit een kweekbak van een halve hectare. Ze geven daarbij een mooie hoeveelheid zuurstof af en zijn zelf te verwerken tot een stroperige groene massa die de grondstof kan zijn voor tal van producten. Dat je er biodiesel van maakt, ligt voor de hand. Maar je kunt er nog veel meer mee.
Cameraman Jasper en ik gingen er in december 2008 filmen, omdat ingrepro een subsidie had gekregen voor onderzoek naar het gebruik van algen als grondstof voor bioplastics. Ik reed en Jasper hing uit het raam om het winterlandschap te fotograferen. In het kantoor van Carel Callenbach stond een hele kast met producten die van algen gemaakt waren. Dat ging van een mosbestrijder voor golfbanen via omega 3-pillen tot speeltjes voor de hond.
Carel Callenbach, nummer 38 in de Trouw 'duurzame top 100' vertelde me van zijn plannen voor powerfarms. Iedere geïnteresseerde die 'drie à vier ton' te investeren heeft, kan een algenkwekerij beginnen. Benodigd: een voetbalveldje grond en een schuurtje met machines om te voeden en te oogsten. Het powerfarm-principe garandeert de afname van je opbrengst door een coöperatie. Rendement acht tot tien procent per jaar, om te beginnen. De markt doet de rest.
Ik kan me zo voorstellen dat het powerfarm-idee op dit moment de wind tegen heeft. De banken zijn onwillig om geld te lenen en de olieprijs is laag. De gemeente Lochem is echter wel bereid om geld te steken in het duurzame principe en bouwt bij Lochem de eerste powerfarm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten